Over ons


Na een ruim veertigjarige loopbaan in het onderwijs met daarin een bijna overlappende periode van basketballactiviteiten en daarnaast een dertigtal jaren kynologische bedrijvigheden hebben we een geheel andere invulling gegeven aan onze tijdbesteding. Via een collega hondenfokker werden we de kleindierwereld in geduwd. De geschonken Sebrights maakten nieuwsgierig. De verkregen achtergrond informatie leerde, dat er iets moest gebeuren. De geraadpleegde deskundige was helder, maar onverbid-delijk. Het geschenk werd vervangen, door kwaliteitsdieren. De zilver zwartgezoomden kregen al spoedig daarna gezelschap van de goud zwartgezoomde kleurslag. De toompjes dwerghoenders werden niet alleen gehouden voor de eitjes voor de consumpties. Nee, het ging voor de kuikens. Het tentoon-stellingsgebeuren kwam hiermee ook in zicht. We werden lid van pkv Frisia Dokkum e.o. Na de 49e Frieslandshow zou de 50e komen. Daar wilden we een ras naast de Sebrights brengen. Dat werd de Ardenner kriel. Dezelfde ringmaat als de Sebrights, m.a.w. geen extra ringenmaat.

Via de fokkersdag van de Sebrightclub bij Mans Koenderink in de achtertuin kwamen we in aanraking met sierduiven. Op de daarop volgende fokkersdag verhuisden een paar Luzerner Eenkleurigen en een paar schoorsteenvegers naar Damwoude (inmiddels Damwâld). Na wat heen en weer gereis om de juiste geslachten bij elkaar te krijgen kwam daar ook nog een koppel Feléghyazer tuimelaars bij. Als Ype Stielstra de sierduivenpijp voorlopig aan Maarten geeft, kiest Marchien twee koppels Damasceners. Daar blijft het overigens niet bij. Sjouke Kommerie heeft Figurita'sDuitse Showtipplers en Prachener Kaniks. In rap tempo werden hondenkennels omgebouwd tot kippenkokken dan wel duivenhokken. Uiteindelijk wordt er nog een duivenhok geplaatst met drie afdelingen. De hokken hebben allemaal een volière gekregen. Er wordt niet gekozen voor vrije uitvlucht. Duidelijk moet zijn, dat het aantal rassen overdone lijkt en feitelijk ook is. Welke duif past en welke niet!

Het eerste ras, dat afvalt is de Feléghyazer. De broedverzorging laat zoveel te wensen over, dat snel afscheid genomen wordt van dit ras. Een volgend ras dat op de nominatie stond om te verdwijnen is de Luzerner Eenkleurige wit. De doffer, charmeur van de bovenste plank, met als gevolg bastaard Damas-ceners en zelfs Figurita's zorgde bij zijn eigen duivin slechts voor twee nakomelingen. Een doffer en een duivin. M.a.w. we beschikken nu over 2 paren, die primair verwant zijn. Naast de Luzerner Eenkleu-rigen bij Mans zijn dat de enigen in Nederland. We proberen het nog een jaar met dit ras.

De vele Prachener Kaniks, die door de ziekte van Sjouke Kommerie bij ons op de hokken zijn gekomen leken blijvers te zijn. Echter na gezamenlijk overleg hebben we, Marchien en ik, besloten, dat dit ras voor ons niet het ideaal was. Misschien heeft de ontwikkeling bij de Duitse Showtippler wel een door-slaggevende rol gespeeld bij deze afweging. Uit een combinatie van twee zwartgetijgerden vielen naast 3 zwartgetijgerde vogels 4 kopergetijgerde dieren. Zoiets maakt nieuwsgierig! Uit Duitsland werden 6 kopergetijgerde dieren gehaald. Herbert Grundei gaf een koppel dieren van Glasener en 4 dieren uit de lijn van Wolfgang Meijer af. Opmerkelijk is het verschil in grootte tussen de dieren van deze vooraan-staande Duitse fokkers. De drie elementen hopen we in de komende jaren tot één lijn te smeden.

Tot slot nog iets over de Figurita's bekousd. Figurita's kenden we uit onze familiekring. Een tweetal kaalbenigen dartelden rond wanneer we Paul en Hilga bezochten. Handtam. Een leuk duifje.

Alle Figurita's van Sjouke zijn in Damwoude terecht gekomen. Van die 26 dieren zijn er 16 verhuisd naar verschillende fokkers in Nederland. Met 5 broedparen beginnen we aan het broedseizoen 2015.

Natuurlijk de Damasceners in geband en gekrast zijn er ook nog. "Dat zijn nog eens duiven!", veel zeggende woorden van Marchien.