standaard van de Damasceners

Dit ras is in december 2018 uit de hokken in Damwâld verdwenen. Dit van oorsprong Syrische ras is erg populair onder de Syriërs in Nederland.

  • Damascener
       

    Land van oorsprong: In het Midden Oosten

    Algemeen voorkomen: Middelgroot, gedrongen, middelhoge stand en bijna horizontale houding.

    Raskenmerken:

    Type

    Stand

    Kop

     

    Ogen

    Oogranden

    Snavel

     

    Neusdoppen

    Hals

     

    Keel

    Borst

    Rug

    Vleugels

    Staart

    Benen

    Bevedering

    Middelgrote gedrongen veldduiftype.

    Middelhoog; bijna horizontale houding.

    Breed, van terzijde gezien ovaalrond, zonder afplatting of hoeken, van boven gezien eivormig; steeds ongekapt.

    Fonkelend robijnrood.

    Fijn van weefsel, tweerijig; blauwzwart (pruimenblauw).

    Middellang en tamelijk dik; de verlengde snavellijn midden door het oog lopend; kleur zwart.

    Weinig ontwikkeld.

    Middellang, krachtig, vol uit de schouders komend, naar de kop toe dunner wordend.

    Vol met kleine keelwam.

    Breed, vol, rond.

    Breed, licht afhellend.

    Krachtig, breed, niet te lang, vleugeldracht normaal.

    Niet te lang, staartdracht normaal.

    Middellang, breed geplaatst; nagels zwart.

    Strak aanliggend.

    Kleurslagen:

    Ø  IJskleurig zwartgeband;

    Ø  IJskleurig gekrast.

    Kleur en tekening:

    De bevedering gelijkmatig ijskleurig. Het dons (onderkleur) donker blauwgrijs, het duidelijksr aan hals en borst, het minst aan de buik en bij de aars. In ruststand moet de duif egaal ijskleurig lijken; in beweging schijnt de donkere onderkleur door. Het vleugelpatroon zwart; vleugelbanden niet te smal; kraspatroon regelmatig, bij voorkeur driehoekig, de verhouding patroonkleur tot grondkleur = 5 : 3; de staartband zwart en achter de staartband nog een lichte zoom. Bij een zuivere gelijkmatige bovenkleur lijkt de rug veelal wit. Slagpennen donker.

    Fouten:

    Smalle borst; hoge stand; afgeplatte, hoekige of smalle kop; lange, dunne hals; sterke stierennek; lange, smalle rug; lange smalle vleugels; lange staart; te korte, te lange of hoornkleurige snavel; bleke, rode, eenrijige of grove oogranden; ontbrekende keelwam; jabot; kleurschakeringen aan hals en borst; gewolkt vleugelschild; donkere veernerven, zeer donkere kiel; zuiver wit afgezette rug- en aarsbevedering; lichte nagels.

    Beoordeling:

    ü  Algemeen voorkomen

    ü  Type en stand

    ü  Kop

    ü  Ogen en oogranden

    ü  Hals en keelwam

    ü  Kleur en tekening

    Ringmaat:   8 mm.


14-20991 x 14-13148
14-20991 x 14-13148

jong 2015:

uit de combinatie

09-10249 x 14-20990

15-3381 uit: 14-20980 x 12-18476
15-3381 uit: 14-20980 x 12-18476