Onze Ardenner krielen zijn verhuisd naar de hokken van Hanno Dijkhorst.

Ardenner kriel

De zwart zilverhalzige Ardenner krielen hebben we tot nu toe alleen in onze hokken gehad. Op de Noordshow hebben we de laatste jaren ook steeds goudhalzige variant kunnen zien. Wie weet komen die ook nog eens in Damwâld in de hokken. Dit zo langzamerhand zeldzaam aan het wordend ras is moeilijk handtam te maken. Als kuiken lijk je ze een tijd lang redelijk vertrouwd te kunnen maken met het uit de hand laten eten, maar na verloop van tijd kiezen ze nadrukkelijk voor afstand. Het in de hand nemen, wat bij met name de Sebrights zilver redelijk lukt, dat veel beter met dan met de gouden variant, is bij de Ardenner vaak een strijd, die gepaard gaat met een gekrijs alsof er een moord gepleegd wordt. Eigenlijk wel jammer voor deze overigens gezellig pratende kriel. Veel meer dan de Sebrights. De gewenste donkere kammen van de Ardenners is bij de zilverhalzigen een probleem. De meerderheid van de dieren vertoont een rode kam. Simpelweg daarop selecteren lijkt een simpele zaak, maar leidt niet direct tot verbetering. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat het resultaat is, dat de produc-tiviteit met de selectie op kamkleur afneemt. De Ardenner is bepaald niet de kriel, die je kiest om de eierproductie. Voor dit ras geldt zeker voor Nederland, dat de foklijn te smal is. Te weinig materiaal en te weinig fokkers maakt dit ras kwetsbaar.